
Vandaag werd ik wakker met een zwaar gevoel. Niet vanwege persoonlijke zorgen, maar vanwege iets groters: het groeiende besef dat we als samenleving worden bedrogen. Niet door een schimmige elite of geheime agenda’s, maar door iets veel fundamenteler: het negeren van de democratische wil van het volk.
Twintig jaar geleden begon Geert Wilders zijn eigen partij. Destijds kon ik weinig met zijn boodschap. De vergelijking met historische extremisten lag al snel op tafel. De algemene gedachte was: iemand als hij komt toch nooit aan de macht.
Fast forward naar november 2023: Wilders wint de verkiezingen. Democratisch, overtuigend. Maar vervolgens wil niemand met hem samenwerken. Niet vanwege concrete fouten in zijn plannen, niet vanwege daden, maar om wie hij is en wat hij ooit gezegd heeft.
En dan rijst bij mij de vraag: waar ligt de grens van democratische acceptatie? Als een partij via legitieme weg de grootste wordt, waarom wordt de uitslag dan vervolgens genegeerd? Waarom durft men hardop te zeggen: "Met hem werken we niet samen," alsof samenwerking een optionele gunst is in plaats van een democratische verantwoordelijkheid?
Het meest schrijnende is misschien nog wel dat veel mensen denken dat andere politieke leiders wél iets met hun mening doen. Maar wat zegt het over onze democratie als een kabinet gevormd vanuit een overtuiging en niet vanuit een democratisch gekozen wil van het volk? En vervolgens doodleuk doet alsof dit in het belang van het volk is?
Als je stemmen laat negeren omdat de uitslag je niet aanstaat, ondermijn je de kern van de democratie. Wat blijft er dan nog over van het vertrouwen in verkiezingen?
Natuurlijk mag je Wilders bekritiseren. Natuurlijk mag je twijfels hebben bij zijn ideeën. Dat is democratie. Maar hem bij voorbaat uitsluiten, zonder dat hij ooit een serieuze kans heeft gehad om te regeren, getuigt van arrogantie en angst. Geen van zijn tegenstanders kan claimen te weten hoe hij zou regeren — want hij heeft het simpelweg nooit mogen doen.
En dan hoor ik: “Wilders komt niet met concrete plannen.” Maar hoe kun je ook plannen uitwerken als je tegenover partijen zit die niet in gesprek willen, die je chanteren om hún voorwaarden te tekenen, en je vervolgens framen als het probleem?
Ik zeg dit met verbazing: ik had nooit gedacht dat ik ooit voor Wilders zou opkomen. Maar dit gaat niet meer over hem. Dit gaat over ons allemaal. Over de fundamentele waarde van democratie. Over vertrouwen in het stemproces. Over gehoord worden.
Wilders had niet op moeten stappen. De anderen hadden moeten opstappen. Niet omdat ze anders denken, maar omdat ze hebben laten zien dat de wil van het volk voor hen ondergeschikt is aan hun eigen overtuigingen.
Als je werkelijk in democratie gelooft, dan geloof je ook in de uitkomst — zelfs als je die niet bevalt.
Reactie plaatsen
Reacties
Leuk en interessant geschreven!